Informatie van het UMCG voor patiënten Computer Tomografie (CT-scan) De tekst hieronder wordt in briefvorm toegezonden aan alle patiënten van het UMCG die een CT-scan moeten ondergaan. Sommige delen van de tekst zullen voor een individuele patiënt overigens niet van toepassing zijn.
Uw behandelend arts heeft u voor een CT-scan verwezen naar de afdeling Radiologie (röntgen). Dit is een afdeling waar radiologen (artsen) en radiologisch laboranten onderzoek doen met behulp van onder andere röntgenstralen. Tijdens het maken van een CT-scan draait de röntgenbuis om u heen en wordt de tafel waarop u ligt, verplaatst. Een computer maakt van de door het lichaam gezonden straling een röntgenfoto. Het CT-apparaat ziet eruit als een korte tunnel.
Röntgenstraling
Zoals misschien bekend is röntgenstraling in principe schadelijk voor de gezondheid. Theoretisch zou bij veel straling er een verhoogde kans op het ontstaan van kanker zijn. Echter, ook in de natuur komt straling voor. De radioloog (arts) en/of radiologisch laborant (paramedicus) die het onderzoek verricht, is gespecialiseerd in het omgaan met de apparatuur. Zij weten hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden met zo min mogelijk stralenbelasting. Het gebruik van röntgenstraling in de radiologie is dusdanig laag dat de kans op schadelijke bijwerkingen in de praktijk eigenlijk te verwaarlozen is. ‘Het voordeel van goede diagnostiek weegt ruimschoots op tegen het risico.' Zwangerschap
Röntgenstralen kunnen schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, moet u altijd vóór het onderzoek contact met ons opnemen. Tijdens de zwangerschap (vooral in de eerste 15 weken) wordt in principe geen röntgenonderzoek verricht. Indien het toch noodzakelijk is, wordt dat altijd eerst overlegd en met u besproken.
Voorbereiding
Voor een aantal onderzoeken is een vorm van voorbereiding nodig.
• Nuchter: dat wil zeggen dat u 4 uur voor het onderzoek niet
• Volle blaas: wij verzoeken u 2 uur voor het onderzoek niet
meer te plassen, omdat het belangrijk is dat uw blaas tijdens het onderzoek vol is.
• Contrastmiddel innemen: voor het onderzoek is het nodig dat
u het contrastmiddel Telebrix inneemt. Op het flesje staat dat het een injectievloeistof betreft, maar u kunt dit middel ook drinken. U krijgt dit toegestuurd. U begint hiermee 1 dag voor het onderzoek. U lost de inhoud van het flesje Telebrix op in 800 ml water of ranja. Bij iedere maaltijd drinkt u hiervan 200 ml, de laatste 200 ml op de ochtend van het onderzoek. Een kwartier voor het onderzoek krijgt u nogmaals een hoeveelheid van deze oplossing te drinken op de CT-afdeling.
• Kinderen tot circa 5-6 jaar: vanaf 24 uur van tevoren al het
voedsel dat vloeibaar wordt gegeven en alle overige drank >> op iedere 20 cc 1 cc contrastvloeistof. Dit is 1 ml pure Telebrix op 20 cc drinken. De verhouding bij volwassenen is ongeveer
1 : 26 (800/30). Als de kinderen ouder zijn en zelf goed kunnen drinken, dan op het voorgeschreven tempo voor volwassenen een hoeveelheid drinken naar ratio van het lichaamsgewicht; uitgangspunt hierbij is een volwassen gewicht van 80 kg. Het contrast verdunnen als beschreven voor een volwassene. Verminder daarna de hoeveelheid contrast naar ratio. Voorbeeld: een kind van 10 kg krijgt 1/8 van 800 ml, dus 100 ml orale voorbereiding.
Medicijnen
Bent u gevraagd nuchter tekomen, dan mag u de medicijnen die u eventueel gebruikt, innemen met een geringe hoeveelheid water of thee.
Diabetespatiënten (suikerziekte)
Als u voor dit onderzoek nuchter moet zijn en u gebruikt een dieet en/of insuline, dan kunt u zo nodig contact opnemen met uw behandelend arts. Heeft u suikerziekte en gebruikt u hiervoor tabletten met metformine (Glucophage, Glucovance, Avandamet), neemt u dan eerst contact op met onze afdeling: afhankelijk van uw nierfunctie zijn mogelijk extra maatregelen noodzakelijk.
Voor het onderzoek
Heeft u last van astma, bronchitis of hooikoorts of bent u overgevoelig voor medicamenten, jodium of voedsel? Wilt u dit dan vóór het onderzoek aan de laborant of arts doorgeven? Dit geldt ook als u in het verleden een overgevoeligheidsreactie heeft gehad op een contrastmiddel.
Verloop van het onderzoek
De radiologisch laborant komt u uit de wachtkamer ophalen en brengt u naar de kamer waar de CT-scan gemaakt zal worden. Daar komt u op een onderzoektafel te liggen. Tijdens het onderzoek ligt u in de tunnel van het CT-apparaat. Hierin moet u zo stil mogelijk blijven liggen. Soms is het nodig dat de radioloog of de laborant een injectie met contrastmiddel geeft in een bloedvat in de arm. Het naaldje wordt vastgeplakt en blijft enige tijd in het bloedvat zitten. Door dit contrastmiddel kunt u een warm gevoel krijgen in hoofd, keel of buik. Dit gevoel gaat na enkele minuten vanzelf weer over. De duur van het onderzoek is afhankelijk van de aard van het onderzoek en kan variëren van 10 tot 30 minuten.
Rectaal contrast
Als de scan gemaakt is, blijft u nog even op de onderzoekstafel liggen. De plastic zak wordt dan op de grond gelegd, waardoor de vloeistof vanzelf uit de darmen wegloopt. Dan wordt de slang verwijderd en kunt u terug naar de kleedkamer, waar zich een toilet bevindt. Is er contrast via de anus ingebracht, dan moet u nog een half uur in de wachtkamer blijven zitten. Dit is om te kijken of de darmen rustig blijven. Tegenover de wachtkamer is een toilet waar u gebruik van kunt maken. Indien u geen klachten heeft, mag u na dat half uur weggaan. U hoeft zich dan niet af te melden.
Na afloop van het onderzoek
Na afloop van het onderzoek mag u weer normaal eten en drinken.
Als er gebruik is gemaakt van een contrastmiddel, zult u na het onderzoek vaker moeten plassen. Wij raden u daarom aan extra te drinken, om het vochtverlies aan te vullen. Het kan voorkomen dat het ingespoten contrastmiddel bijwerkingen geeft. U kunt, ook nog de volgende dag, last krijgen van rode huid, jeuk en/of galbulten. Dat betekent dat u allergisch bent voor het middel. Meestal trekken de bultjes na één of enkele dagen wel weer weg. Vertrouwt u het niet, dan moet u contact opnemen met uw huisarts: vertel dat u een radiologisch contrastmiddel ingespoten hebt gekregen. Als de huisarts vragen heeft, kan hij of zij contact met ons opnemen. Wilt u ons ook waarschuwen, dan kunnen wij een aantekening maken in uw dossier. U moet bij ieder volgend radiologisch onderzoek waarbij contrastmiddel in de bloedvaten wordt ingespoten, melden dat u hier allergisch op reageert. Wilt u deze brief tot ten minste twee dagen na het onderzoek bewaren zodat u deze informatie bij de hand hebt, mochten deze bijwerkingen optreden.
Contrastmiddelen
Voor het onderzoek wordt soms een contrastmiddel gebruikt omdat hiermee afwijkingen kunnen worden aangetoond die anders onopgemerkt zouden blijven. Bij uw onderzoek wordt een jodiumhoudend contrastmiddel gebruikt voor injectie in de bloedvaten en soms ook om te drinken. Indien het contrastmiddel in een bloedvat wordt ingespoten, kunnen bijwerkingen voorkomen. Dit kunnen lichte overgevoeligheidsreacties zijn (roodheid, jeuk, blaasjes) die direct na injectie of de volgende dag optreden. In zeer zeldzame gevallen kunnen ernstige overgevoeligheidsreacties optreden. Hiervoor is dan behandeling noodzakelijk. Hoewel een enkele keer beschreven, kan een dergelijke reactie het overlijden tot gevolg hebben. Om deze folder leesbaar te houden is volstaan met een globale beschrijving. Indien gewenst is de bijsluiter van het middel dat wordt toegediend beschikbaar. Het is goed te bedenken dat alle door de fabrikant beschreven bijwerkingen mogelijk maar één enkele keer zijn voorgekomen. Vertrouwt u het niet, dan moet u contact opnemen met uw huisarts: vertel dat u een radiologisch contrastmiddel ingespoten hebt gekregen. Als de huisarts vragen heeft, kan hij of zij contact met ons opnemen. Wilt u ons ook waarschuwen, dan kunnen wij een aantekening maken in uw dossier. U moet bij ieder volgend radiologisch onderzoek waarbij contrastmiddel in de bloedvaten wordt ingespoten, melden dat u hier allergisch op reageert. Wilt u deze brief tot ten minste twee dagen na het onderzoek bewaren zodat u deze informatie bij de hand hebt, mochten deze bijwerkingen optreden. Vrouwen en borstvoeding
Alleen jodiumhoudende contrastmiddelen worden door het lichaam opgenomen. Indien borstvoeding wordt gegeven, zal dit ook in de moedermelk zitten. Wij adviseren om tot 24 uur na injectie met jodiumhoudend contrastmiddel geen borstvoeding te geven.
U krijgt de uitslag van het onderzoek via uw behandelend arts.
Mocht u vóór, tijdens of na het onderzoek nog vragen hebben, stel deze gerust. U kunt de afdeling Radiologie van het UMCG bellen tussen 8.00 en 9.30 uur 's morgens via telefoonnummer (050) -
3612289 (team 1) of (050) - 3612281 (team 2) of (050) - 3612305 (team 3).
Cap00-Goldwurm 4a bozza 1-06-2004 14:15 Pagina XQualità della Vita nella ricerca e nella societàLa ricerca sulla qualità della vita ha avuto un impulso notevole in campomedico soltanto quando si è diffusa la consapevolezza che, per valutare irisultati dei trattamenti in medicina, erano insufficienti gli abituali parametriclinici. Nella valutazione degli esiti, quindi, ci si è resi conto che
“DR. ART” QUINTANILLA, MD Board Certified Pediatrician Post-graduate Training: Maimonides Children’s Center/State University of New York Downstate Medical Center, Miller Children’s Hospital-Long Beach Memorial Medical Center/University of California at Irvine 35-900 Bob HopeDrive, Suite 140, Rancho Mirage, CA 92270 Tel: (760) 770-0000 • ATOPIC DERMATITIS